“Problematische patronen in iemands relaties vinden vrijwel altijd hun oorsprong in het gezin van herkomst”, aldus systeemtherapeut Roanne Helwig in het FD. “Je ouders, broers en zussen zijn je allereerste oefenrelaties. Daarin leer je hoe je contact maakt met anderen, hoe je communiceert, welke gevoelens er mogen zijn en welke niet. Die patronen raken zo ingebakken in je persoonlijkheidsontwikkeling, die blijf je herhalen in het hier en nu.”

Ook in de assessments van Kerewin Consult is daarom een belangrijke rol weggelegd voor een gesprek over het gezin van herkomst. Als kind word je op verschillende manieren gevormd door je ouders. Om te beginnen heb je de helft van de genen van je vader en de helft van je moeder. Intelligentie, verslavingsgevoeligheid, mate van zorgzaamheid, veel dingen zijn voor een aanzienlijk deel genetisch bepaald. Die biologische band leidt bovendien tot een onverbreekbare loyaliteit van het kind aan de ouders. 

Ieder kind krijgt een aantal levensopdrachten mee, die voortkomen uit de normen, waarden en overtuigingen van de gezinscultuur waaruit je komt. Bijvoorbeeld: het is belangrijk succesvol te zijn, of om anderen te helpen. Je leert ook hoeveel intimiteit er mag zijn, hoe je ruzie maakt. Het is de taal die je leert spreken, jouw referentiekader voor wat normaal is. 

Elke relatie op volwassen leeftijd is dus als een samengesteld gezin, volgens Helwig. Ze laat immers twee gezinsculturen fuseren tot een nieuwe, unieke cultuur. Het is van belang dat de partners op hoofddossiers als opvoeding, geld, vrienden, seks, privé-werkbalans, vrijetijdsbesteding, spiritualiteit en de mate van verbondenheid ongeveer hetzelfde denken. Helwig: "We zeggen wel dat tegenpolen elkaar aantrekken, maar dat geldt maar in zeer beperkte mate. Het delen van de liefde is iets anders dan het delen van een leven.”

Lees het volledige artikel hier.