Geloof je in vroegkinderlijk en overerfbaar trauma? Of vind je dat maar onzin? Met Zomergast Bessel van der Kolk werd duidelijk dat er zich op dit onderwerp een polarisatie aftekent. In welk kamp je ook zit, het is een interessant vraagstuk over de menselijke geest.
De aanvoerder van de ‘traumabelievers’ is therapeut Gabor Maté. Hij brak door met zijn boek over stress, maar in zijn nieuwe werk richt hij zich op de mythe van het normaal zijn. Zijn belangrijkste punt: extreme (fysieke) reacties op abnormale omstandigheden zijn feitelijk normaal. Je bent dus niet gek als je extreme klachten hebt wanneer je extreme dingen hebt meegemaakt. Trauma is als woord afgeleid van het Griekse woord voor ‘wond’. En als je verwond bent, dan reageert het lichaam. Dat is logisch.
Veel dingen wij normaal vinden in ons eigen leven en in de maatschappij, zijn de oorzaak van onze ziektes en problemen. Eronder zitten trauma’s die niet verwerkt zijn, persoonlijk of maatschappelijk. En die moeten worden verwerkt. Hierbij is dít inzicht cruciaal: het gaat niet om de gebeurtenis van het trauma zélf, maar hoe je er daarna mee omgaat. Het is niet de val op je hoofd, de hersenschudding is het probleem.
Wat ís een trauma? Er zijn grofweg 2 soorten, die met een Grote T: geweld, misbruik, verlies en ongelukken met een grote directe impact. En die met een kleine t: ouders die onvoldoende naar de behoeften van het kind hebben gehandeld. Ook hier tóch grote impact!
Maté krijgt ook veel kritiek. Zoals op zijn diagnose van Prins Harry. Hij stelde dat Harry ADD zou hebben en dat dat volkomen normaal was nadat hij zijn moeder was verloren. Dat was Gabor zelf ook in zekere zin, toen hij in een concentratiekamp door zijn moeder werd meegegeven aan een vreemdeling. Hij herkende Harry, zonder zorgvuldige diagnose. Maar hij ziet zijn situatie als een logische reactie op een abnormale gebeurtenis, zijn hersenen zijn gedisconnect van de rest van het lichaam.
Lees hier een interview uit The Guardian met Maté.