KEREWIN CONSULT

licht op talent

Nieuws

Inzichten en inspiratie

Kerewin ontwikkelt haar diensten door wetenschappelijk onderbouwde methodieken uit de psychologie te bestuderen. Positieve psychologie is bijvoorbeeld een belangrijke inspiratiebron. Lees hier meer over onderzoek, nieuwe inzichten en mensen die ons inspireren.

 

Name:

Ja, ik ontvang graag de KEREWIN CONSULT nieuwsbrief

Naam*:
E-mailadres*:
Ik behoor tot de doelgroep:
*Verplicht in te vullen

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 volgende pagina 
Waarom slimme mensen zichzelf in de weg zitten
Maandag, 18 augustus 2025

Waarom slimme mensen zichzelf in de weg zitten

“In mijn werk met leidinggevenden kom ik regelmatig mensen tegen die ongemerkt bezig lijken met zelf-sabotage. Ze lijken succes net zo spannend te vinden als falen. Als iemands gevoel van eigenwaarde sterk verbonden is met prestaties — en die prestaties kwetsbaar aanvoelen — dan lijkt de meest logische verdediging om de relatie tussen inzet en resultaat te verstoren.”

 

Hoogleraar Manfred Kets de Vries is de meest geprezen Nederlandse managementdenker. Hij constateerde dat de meest slimme mensen zichzelf vaak enorm in de weg zitten en deed daar onderzoek naar.  

 

Kets de Vries: “Door zich in te houden, via uitstelgedrag, afleiding, afstand nemen of last-minute chaos, creëren zij een soort vangnet: als het misgaat, raakt het mijn identiteit niet in de kern. Ze kunnen zichzelf immers wijsmaken: 'Ik heb eigenlijk niet écht mijn best gedaan’. Ik kom dit patroon echt vaak tegen en besloot te verkennen waarom juist de meest capabele mensen zichzelf soms in de weg zitten, en wat dat hen kost.”

 

Het goede nieuws is dat dit geen onveranderlijke karaktertrekken zijn, maar aangeleerde verdedigingsmechanismen. Ze zijn gevormd door ervaringen uit het verleden, aangescherpt door angst, en gevoed door een diep — vaak verborgen — verlangen naar bescherming. En wat is aangeleerd, kan ook weer worden afgeleerd.

 

Kets de Vries: “Vanuit een therapeutisch perspectief begint herstel niet met je gedrag direct veranderen, maar met bewustwording: het herkennen van het patroon en de emotionele logica erachter. Waarom houd ik me in, juist als het me echt iets uitmaakt? Waarom voel ik paniek als dingen goed gaan? Waarom saboteer ik mezelf steeds op cruciale momenten? Het stellen van deze vragen — oprecht en zonder oordeel — is de eerste stap richting verandering. Het doel is niet simpelweg stoppen met zelf-sabotage, maar een zelfbeeld opbouwen dat geen bescherming meer nodig heeft in de vorm van zelf-sabotage. Dat vraagt dat je onder het gedrag kijkt, naar de angst, de overtuigingen en de oude wonden die eraan ten grondslag liggen.”

 

Verschillende vormen van therapie kunnen daarbij helpen. Kets de Vries: “Cognitieve gedragstherapie biedt praktische handvatten en nieuwe manieren van kijken. Psychodynamische therapie kan verborgen angsten en innerlijke conflicten zichtbaar maken. Compassiegerichte therapie brengt zachtheid waar vroeger schaamte heerste. Trauma-geïnformeerde zorg richt zich op de wonden uit de vroege ontwikkeling die deze verdedigingsstrategieën ooit noodzakelijk maakten. Ook loopbaanbegeleiders kunnen mensen helpen zichzelf te bevestigen en het patroon van zelf-sabotage en het vermijden van succes te doorbreken. Maar wat al deze benaderingen gemeen hebben, is hetzelfde doel: iemand leren het risico te nemen om écht gezien te worden. Niet omdat succes gegarandeerd is, maar omdat ieder mens het waard is om te proberen. En opnieuw te proberen. En soms te falen. En toch heel te blijven. Want helen betekent niet dat angst verdwijnt. Helen betekent dat je jezelf meebrengt, juist in het aangezicht van angst.”

 

Manfred Kets de Vries is psychoanalyticus, managementwetenschapper en econoom. Hij is als hoogleraar humanresourcemanagement en leiderschapsontwikkeling verbonden aan INSEAD in Fontainebleau. Kets de Vries verwierf bekendheid met zijn onderzoek naar leiderschapsstijlen en treedt regelmatig op als adviseur bij grote internationale ondernemingen.

 

Lees het artikel hier.

lees verder 
Leestip: Bespiegelingen over coaching
Donderdag, 7 augustus 2025

Leestip: Bespiegelingen over coaching

Prof. dr. Yvonne Burger schreef de afgelopen jaren een groot aantal columns over je identiteit, rol en ontwikkeling als coach. Onlangs zijn die columns gebundeld in een boekje, met een aantal reflectievragen aan het einde. Inspirerend om de periode na de zomer mee te beginnen!

 

Yvonne: “Deze columns roepen vaak veel reacties op. Ik heb een flink aantal van deze reflecties verzameld en wanneer ik daar op terugkijk, zie ik een aantal overkoepelende thema’s die kunnen uitnodigen tot zelfonderzoek. Daarom wil ik deze inzichten graag delen. De columns in deze bundel gaan over wat mij bezighoudt in ons vak: praktijkvoorbeelden, zaken die me inspireren en de uitdagingen waar ik zelf tegenaan loop. Ik deel deze gedachten vanuit de opvatting dat openheid en transparantie bijdragen aan collectief leren.”

 

De bundel bevat drie thema’s:

 

1. Je identiteit als coach:

Wie ben je als coach? Vanuit welke stroming in het vak werk je? Hoe kijk je naar je eigen professionele identiteit? Wat houdt je professionele vuur brandend? Kies je bewust je rol en zorg je goed voor jezelf?

 

2. Je professionele en maatschappelijke rol:

Werk je vooral vanuit je eigen bubbel of draag je bij aan inclusie? Hoe blijf je trouw aan je (externe) rol als coach? Durf je cliënten uit te dagen om anders te kijken en ben je je bewust van je machtspositie die je als coach inneemt?

 

3. Je ontwikkeling als coach:

Leer je voldoende van je fouten? Herken je de patronen waarin cliënten je gemakkelijk kunnen trekken? Luister je naar de signalen die je lichaam je geeft? Hoe hanteer je samenwerking met collega’s? In hoeverre kijk je naar de geschiedenis om daarvan te leren? Hoe vrijmoedig durf je je uit te spreken?

 

Yvonne Burger is bestuurs- en organisatieadviseur en toezichthouder. Zij werkt als executive (team)coach in de top van zowel de publieke als de private sector aan individuele ontwikkeling, team- en organisatieontwikkeling. In haar advieswerk staan de kernwaarden respect, compassie, openheid, dienstbaarheid, gelijkwaardigheid en ontwikkeling centraal. Als hoogleraar aan de Vrije Universiteit heeft ze het Center for Executive Coaching opgericht en 15 jaar geleid. Hier worden postgraduate en masteropleidingen verzorgd voor executive (team)coaches en er wordt onderzoek gedaan naar de effectiviteit van executive coaching. In 2024 volgde Maaike Klinkhamer de postgraduate opleiding tot executive teamcoaching bij Yvonne.

 

Download de bundel hier.

lees verder 
“We moeten erkennen wat een burn-out écht is”
Donderdag, 31 juli 2025

“We moeten erkennen wat een burn-out écht is”

De discussie over burn-out laaide onlangs opnieuw op. Aanleiding: Zweden stopt met de diagnose 'utmattningssyndrom', de Scandinavische evenknie van onze burn-out. Niet uit vrije wil, maar omdat de WHO landspecifieke ziekteclassificaties niet langer toestaat. Moet Nederland volgen? 

 

Die vraag werd door de Volkskrant voorgelegd aan Wilmar Schaufeli, Professor of Work and Organizational Psychology aan de universiteit van Leuven. Schaufeli: “Ik ben vooral blij dat dit debat nu breder gevoerd wordt. Want als het over burn-out gaat, zijn we in Nederland behoorlijk in de war. Er zijn grofweg vier manieren waarop we momenteel met burn-out omgaan. Drie daarvan vind ik problematisch. De vierde – mijn voorstel – biedt een realistischer én menselijker perspectief.”

 

Schaufeli zet de vier manieren op een rij:

 

1. Ontkennen dat burn-out bestaat

Sommige psychiaters zeggen: ‘burn-out is geen erkende diagnose, dus bestaat het niet’. Maar mensen die langdurig uitgeput zijn door werkdruk, ervaren wél reële klachten. Wie burn-out ontkent, miskent dus reële klachten. Mensen voelen zich écht ziek, ook al past hun ervaring niet netjes in een DSM-hokje. Als we zeggen dat het ‘geen echte diagnose’ is, lopen we het risico hen niet serieus te nemen. En dat werkt ontmoedigend – en uiteindelijk contraproductief.

 

2. Herlabelen als depressie

Er is ook een kamp dat zegt: ‘noem het dan maar depressie’. Want dan krijgt iemand toegang tot behandeling via de ggz. Maar dit is een vorm van medicalisering die het probleem versmalt. Het draait dan ineens niet meer om overbelasting door werk of omgeving, maar om een ‘stoornis in het brein’. Dit legt het probleem eenzijdig bij het individu: het systeem is niet ziek, de werknemer is dat. Dat klopt niet – en het helpt ook niemand verder.

 

3. Afdoen als gewone werkstress

Soms hoor je: ‘burn-out is gewoon een modewoord voor werkstress’. Dat doet geen recht aan de ernst van de klachten. Wie écht burn-out is, is niet ‘een beetje moe’, maar soms maandenlang uit de roulatie. We reduceren dan een serieus gezondheidsprobleem tot een modeverschijnsel. Zo’n her-labeling is oude wijn in nieuwe zakken – het verandert niets aan het probleem.

 

4. Erkennen wat burn-out écht is

Mijn visie: burn-out is een psychologisch fenomeen dat tussen wal en schip valt. Aan de ene kant: mensen met milde, vervelende klachten die vaak vanzelf herstellen. Aan de andere kant: een kleinere groep met ernstige, invaliderende symptomen – mensen die totaal zijn uitgeput en soms nauwelijks meer kunnen functioneren. Burn-out is een continuüm, geen zwart-witverschijnsel. Het is geen DSM-stoornis – maar ook geen verzinsel.

 

Hoe nu verder?

Schaufeli: “Het is tijd om het hokjesdenken los te laten. Niet blijven discussiëren over definities, maar samenwerken. Daarvoor is een combinatie van drie soorten kennis nodig: wetenschappelijke kennis, die met duizenden artikelen in vakbladen meer dan aanwezig is, praktische ervaring, denk daarbij aan bedrijfsartsen, huisartsen, praktijkondersteuners, psychotherapeuten en coaches, en ervaringskennis Van mensen die het zelf hebben meegemaakt. Ik pleit voor een brede consensus waarin we burn-out erkennen als een reëel en veelvormig fenomeen. Niet om mensen te labelen, maar om ze beter te helpen – zonder te medicaliseren of te marginaliseren. Nederland is al gidsland op het gebied van arbeid en gezondheid. Laten we die rol ook echt invullen – en richting geven.”

lees verder 
Lacan: “Een authentiek ego bestaat niet”
Donderdag, 17 juli 2025

Lacan: “Een authentiek ego bestaat niet”

“Een authentiek ikbestaat niet”, zei Jacques Lacan. Identiteit ligt volgens de flamboyante Franse denker verankerd in zaken als taal, geschiedenis en sociale codes. Lacan was in de tweede helft van de twintigste eeuw een fenomeen. Vanaf de jaren vijftig begon hij in Parijs lezingen te geven. Zijn schoonzoon Jacques Alain Miller tekende deze seminaries  op – Lacan zelf schreef nauwelijks. Hij gaf de lezingen in overvolle zalen waar tout Paris aanwezig wilde zijn.

 

Wat maakt Lacan zo bijzonder? Vooral het feit dat hij zich verzette tegen de gedachte dat er zoiets is als een authentiek, onvervalst en uniek ik of ego dat diep in ons schuil zou gaan. Dat is een fictie, aldus Lacan. Ga je terug naar de etymologie, dan zie je dat het woord ‘identiteit’ naar het Latijnse identitas verwijst, dat ‘gelijkheid’ of ‘hetzelfde’ betekent. Zo bezien verwijst identiteit dus niet naar een verborgen uniek zelf, maar juist naar een gemeenschappelijk noemer, naar de groep waarvan je deel uitmaakt. Lacan heeft het over de ‘symbolische orde’: het geheel aan wetten, normen, regels, sociale codes en sociale instituties, en vooral ook: de taal. Deze orde noemt hij ook wel ‘de Ander’ – niet te verwarren met een concrete andere persoon.

 

Die concrete andere persoon draagt wel de symbolische orde uit, stelde Lacan. Een kind krijgt via ouders de taal aangereikt, maar ook de wetten en sociale codes van de groep waartoe het behoort, en verwerft zo een identiteit. En omdat wij altijd tot meerdere groepen behoren – familie, werk, het land waarin we wonen – dragen we ook altijd meerdere identiteiten met ons mee. Identiteit ligt zo verankerd in de geschiedenis – in je familieverhaal, de taal die je spreekt, in de verhalen die hun sporen hebben nagelaten.

 

De interessante intellectuele erfenis van Lacan is breed terug te vinden in onder meer de filosofie, literatuurwetenschappen, vrouwenstudies, theologie, en uiteraard in de psychiatrie en psychoanalyse – het eigenlijke vakgebied van Lacan. Hij geniet nog steeds wereldfaam, hoewel hij Nederland nooit helemaal heeft weten te veroveren; door Nederlandse psychiaters en psychoanalytici wordt hij maar mondjesmaat gelezen. Ga je in zuidelijke richting een tiental kilometers de grens over, dan kun je deelnemen aan diverse studiekringen die het denken en de psychoanalytische praktijk van Lacan onderwijzen, bestuderen en voortzetten. In vooral Frans- en Spaanstalige landen zijn de psychiatrie en psychoanalyse diep doordrongen van de lacaniaanse zienswijze en praktijkvoering.

 

Meer lezen over Lacan? Dat kan hier.

lees verder 
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 volgende pagina 
Nederlands Instituut van Psychologen logo Cedeo logo EMCC Netherlands logo